5 beginnersfouten die je niet wil maken als prille leidinggevende

Weinig mensen hebben het leidinggeven van nature in zich. Het is een vak dat je moet leren. De overstap van professional naar leidinggevende vraagt om een andere manier van denken en werken. Die verandering kost tijd en begint met inzicht in wat er anders van je wordt gevraagd.

13 mei 2025 4 minuten leestijd
5 beginnersfouten die je niet wil maken als prille leidinggevende

Als startend leidinggevende komt er veel op je af. Je gaat van doen naar sturen, van specialist naar generalist. Dat vraagt om nieuwe vaardigheden, een andere manier van denken en vooral: het loslaten van oude patronen. Het is dan ook niet gek dat je onderweg fouten maakt. Maar als je weet waar de valkuilen liggen, kun je ze sneller herkennen en voorkomen. Een veelvoorkomende valkuil is blijven hangen in de expertrol.

Meest voorkomende beginnersfouten in leiderschap

Om een vliegende start te maken, lees je hier de meest voorkomende beginnersfouten in het leiderschap.

#1 In de expertmodus blijven hangen

Misschien is leidinggeven onverwachts op je pad gekomen, of heb je juist bewust toegewerkt naar deze rol. In veel gevallen word je als professional gekozen omdat je goed bent in je vak. Dat is waardevol, maar het brengt ook een risico met zich mee: de neiging om in de expertrol te blijven hangen.

Als leidinggevende hoef je niet overal het antwoord op te hebben. Sterker nog, het idee dat jij alles moet weten, kan je in de weg zitten. Iedere medewerker is anders, met eigen drijfveren, behoeften en talenten. Juist daarom is het belangrijk dat je open blijft luisteren, samenvat wat je hoort en doorvraagt. De LSD-methode (luisteren, samenvatten, doorvragen) klinkt misschien wat ouderwets, maar is nog altijd erg krachtig. Door nieuwsgierig te blijven, voorkom je aannames en maak je echt contact.

Komt een medewerker bijvoorbeeld in een lastige privésituatie terecht, dan is empathie belangrijker dan een kant-en-klare reactie. In plaats van te zeggen: ‘wat vervelend voor je’, kun je ook erkennen dat je even niet weet wat je moet zeggen. Echte aandacht zit vaak in het durven stilstaan. Je hoeft het probleem niet op te lossen, maar je kunt wel meebewegen, ruimte bieden en motiveren waar nodig. Dat is wat eigentijds leiderschap vraagt.

#2 Geen keuzes durven maken

Veel nieuwe leidinggevenden starten vanuit een rol als coördinator, meewerkend voorman of plaatsvervanger. En dat merk je vaak aan het takenpakket: een deel van je oude werk blijft gewoon liggen op je bureau, terwijl je overdag vooral bezig bent met het aansturen en ondersteunen van je team. Gevolg? Je schuift jouw eigen to-do’s door naar de avonduren, in de hoop ze dan ‘even rustig’ af te ronden.

Toch is het belangrijk om te beseffen dat jouw team overdag niet voor niets jouw aandacht vraagt. Dat is nu je functie. Leidinggeven betekent ook keuzes maken en leren loslaten. Breng in kaart welke taken echt bij je nieuwe rol horen en draag de rest over. Taken terugpakken omdat het sneller of makkelijker lijkt, helpt op de lange termijn niet. Delegeren is geen teken van zwakte, maar een teken van leiderschap. Je kunt beter veertig uur besteden aan wat ertoe doet, dan tachtig uur aan alles wat je eigenlijk had moeten overdragen.

#3 De allemansvriend zijn

Als manager heb je niet dezelfde rang als jouw collega’s. Vrienden maken (en houden) op de afdeling is prima, maar te sterke persoonlijke banden maken werkgerelateerde zaken moeilijker. Als je altijd maar de vriend bent, dan kun je het gezag niet op je nemen. Bovendien zul je als manager soms moeilijke keuzes moeten maken, waardoor je niet altijd even populair bent. Dit moet je in het leiderschap leren accepteren.

Zorg goed voor je werknemers, blijf persoonlijk, maar bewaar ook een zekere afstand. Ga bijvoorbeeld niet altijd mee lunchen. Jouw werknemers verdienen ook tijd om tot zichzelf te komen en onderling zaken te bespreken, zonder het luisterend oor van de leidinggevende.

Als manager werk je samen met je team, maar je hebt wel een andere rol. Dat vraagt soms om andere keuzes. Je hoeft echt geen afstandelijke manager te zijn; een goede band met je collega’s is juist waardevol. Maar als de lijnen té persoonlijk worden, kan dat het moeilijk maken om lastige gesprekken te voeren of duidelijke grenzen te stellen.

Het draait uiteindelijk om balans. Toon oprechte interesse, wees benaderbaar en zorg goed voor je mensen. Maar houd ook ruimte om professioneel te kunnen blijven handelen wanneer dat nodig is. Dat kan betekenen dat je soms bewust wat afstand houdt, zodat jouw team ook de ruimte voelt om vrijuit zaken met elkaar te bespreken, zonder het luisterend oor van de leidinggevende.

#4 Altijd perfect willen zijn

Je voelt je vereerd dat je als uitblinker de kar mag trekken. Dit zorgt soms wel voor extra druk op de ketel. Leiders die perfectionistisch zijn lopen meer risico’s op overbelasting, en burn-outs, doordat ze zichzelf overwerken. Ook fouten maken valt bij deze perfecte managers erg zwaar. Je kunt je medewerkers het gevoel geven dat ze niet goed genoeg zijn, waardoor je de verbinding verliest. Het perfectionisme heeft niet alleen zijn weerslag op jou als leider, maar ook op je team.

Stel centraal dat fouten maken altijd mag. We maken ze allemaal, waarvan we ook weer leren. Niemand maakt opzettelijk fouten. Wees een motiverende leider, die het in zich heeft om het team te doen groeien.

#5 Jezelf niet ontwikkelen

Dat je nu een manager bent, wil niet zeggen dat je alle wijsheid in pacht hebt. Ook jij moet gewoon blijven ontwikkelen en doorgroeien. Waar vroeger leiderschap vanuit de psychologische benadering werd uitgevoerd, handelt de moderne leider met name vanuit zelfreflectie en empathie.

Juist hierom is het essentieel dat jij als leidinggevende goed in je vel zit, voordat je anderen kunt leiden. Je zou kunnen zeggen dat je eerst jouw binnenwereld moet kunnen leiden, voordat je er voor de buitenwereld kunt zijn. Ontwikkel jouw kernkwaliteiten en wees zeker van jezelf. Handel proactief, wees open en onbevooroordeeld, zodat je iedere situatie en werknemer op de juiste manier benadert.

In plaats van invullen wat een ander nodig heeft, kun je beter samen onderzoeken wat werkt. Vragen als ‘Hoe kan ik jou het beste ondersteunen?’ of ‘Wat heb jij op dit moment van mij nodig?’ helpen om de verantwoordelijkheid daar te houden waar die hoort, en maken ruimte voor gelijkwaardige samenwerking. Het begint bij jouw bereidheid om die stap te zetten.

Leidinggeven kun je leren

Als beginnend leidinggevende krijg je veel op je bord. In de training Beginnen met leidinggeven ontwikkel je de vaardigheden die je nodig hebt om met vertrouwen je rol te pakken.